Werken aan duurzaamheid op het grensvlak van stad en platteland

Een kennismaking met WRB-lid Eveline van Leeuwen

Prof. dr. Eveline van Leeuwen is een van de leden van de Wetenschappelijke Reflectiegroep Bevolkingsdaling, die begin dit jaar is opgericht. Op donderdag 13 september jongsleden is zij officieel geïnaugureerd als hoogleraar Urban Economics aan de Wageningen University & Research (lees het persbericht). We spraken haar voorafgaand aan haar inauguratie over haar loopbaan en affiniteit met het thema stad-platteland en bevolkingsdaling.

Eveline’s loopbaan is tevens begonnen in Wageningen, waar ze gestudeerd heeft en “een geweldige studietijd” heeft gehad. Ze was als jonge studente gedreven om een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de ruimtelijk omgeving en aan duurzaamheid. Die thema’s hebben tot de dag van vandaag haar interesse. Ze heeft even overwogen om gewasbescherming te studeren, maar koos uiteindelijk toch voor landschapsinrichting en landgebruiksplanning. In haar bachelorsfase kwam ze in aanraking met regionale in- en outputmodellen bij het LEI: het Landbouw Economisch Instituut (nu: Wageningen Economic Research). Een onderwerp dat ze nadien nooit meer heeft losgelaten. Haar masterscriptie maakte ze over een verrassend actueel onderwerp: hoe gaat Nederland om met het stijgende water in 2050?

Na haar studie in Wageningen is ze in 2002 aan de VU in Amsterdam gaan werken. Een Europees derde geldstroomproject was daarvoor de aanleiding. Het betrof een onderzoek in vijf Europese landen naar dorpen met een marktfuncties (‘Market-towns’), dat wil zeggen dorpen met een achterland van zo’n 7 kilometer ver. In het onderzoek stond de vraag centraal hoe economische stromen lopen naar en vanuit deze ‘Market-towns’, dat gaat het om boodschappen doen, maar ook om woon-werkverkeer naar en vanuit deze dorpen in genoemde zone van 7 kilometer. Het onderzoek legde bloot hoe verschillend economische stromen lopen in verschillende Europese landen. “In Portugal gebeurt heel veel lokaal, in Engeland en Frankrijk is er nauwelijks economisch verkeer in het buitengebied, terwijl voor Nederland geldt dat dorpen als Bolsward, Gemert, Oudewater en Dalfsen een belangrijkere functie voor het omliggende gebied vervullen dan in verder weg liggende grote steden. Op dit Europese project is ze in 2008 gepromoveerd.

Na haar promotie werkte ze aan verschillende (EU) onderzoeksprojecten, bijvoorbeeld over groen in de stad, de regionale effectiviteit van landbouwsubsidies, en over duurzaam energieverbruik. In 2015 ontving ze een Aspasia grant van NWO die ze gebruikt heeft om met twee post-docs onderzoek te doen naar de keuze van mensen om te participeren in hun lokale omgeving. Sinds 1 oktober 2017 is Eveline hoogleraar in Wageningen. Hoewel de titel van haar leeropdracht ‘stedelijke economie’ is, is ze in het bijzonder geïnteresseerd in het thema Economie en beleid op het grensvlak van stad en platteland. Dat is ook een van de twee hoofdthema’s van haar leerstoel, de andere is economie van duurzame urbane consumptie (met name van energie) en gezonde levensstijl. En zo hebben de ambities uit haar studietijd een concrete invulling gekregen.

Ook met het thema ‘bevolkingsdaling’ is ze door haar promotie én via participatie in internationaal vergelijkend onderzoek zeer vertrouwd; zo ook met verwante thema’s als ruimtelijke ongelijkheid en regionale economie. Eveline van Leeuwen is in het bijzonder geïnteresseerd in stedelijke krimp en in aandacht voor het krimp op verschillende schaalniveaus (regio, stad, wijk en buurt). In haar visie is dat nog een relatief onontgonnen gebied van onderzoek, dat beleidsmatig in haar visie zeer relevant is.