Aftrap expertisetraject woningmarkt in krimpregio’s
Het expertisetraject woningmarkt in krimpregio’s van het Programma Bevolkingsdaling is dinsdag succesvol gestart. Zo’n dertig wonen-experts van gemeenten, regio’s, provincies en corporaties uit de krimpregio’s zijn naar Utrecht gereisd om bij de aftrap aanwezig te zijn. Het traject, opgezet door het ministerie van BZK, is bedoeld om kennis die er al is te bundelen en witte vlekken naar boven te krijgen; waar zitten de belemmeringen bij de woningmarktopgave in de regio’s en hoe brengen we dit een stap verder?
Vanuit het programma Bevolkingsdaling wordt dit jaar gestart met een tweetal expertisetrajecten. Eén over de woningmarkt en één over de klimaat- en energietransitie in krimpregio’s.
De opgave is groot
Regio’s die te maken krijgen met bevolkingsdaling, hebben nu al uitdagingen. Scholen en openbaar vervoer komen bijvoorbeeld onder druk te staan. Alle regio’s hebben te maken met bevolkingsdaling, maar prognoses wijzen uit dat er ook een daling in het aantal huishoudens aankomt. Dat heeft consequenties voor de woningmarkt.
Regio’s hebben zelf al veel onderzoek gedaan. Wel zijn er nog witte vlekken die nader onderzoek verdienen. Zo moeten financieringsinstrumenten nog nader worden uitgewerkt. Vooral het uit de markt nemen van woningen is het niet makkelijk, of misschien niet eens mogelijk, om een sluitende businesscase te maken. De woningmarktopgave in krimpregio’s vraagt niet alleen betrokkenheid van overheden in een regio, ook andere partijen zoals corporaties andere maatschappelijke partners spelen hierbij een rol. Hoe creëer je deze betrokkenheid en samenwerking? Veel woningen in krimpgebieden zijn particulier bezit, maar hoe krijg je de huizenbezitters in beweging? En tenslotte, wat kunnen wij leren van ervaringen uit het land zoals bijvoorbeeld Rotterdam-Zuid en de proeftuinen aardgasvrije wijken?
Marja Appelman, directeur Woningmarkt bij BZK, plaatste de concrete opgaven in een iets bredere context. “We zien verstedelijking, niet alleen in Nederland, maar in de wereld. Niet alleen de dorpen die leeglopen zijn een probleem, ook de steden die vollopen”. Zij deelde de noodzaak tot het delen van kennis: “Als je problemen met elkaar deelt, kunnen we samen tot een oplossing komen”.
Goed voorbeeld uit de Achterhoek
In de Achterhoek wordt intensief regionaal samengewerkt. De regionale samenwerking is daar niet alleen een aangelegenheid van de overheden, maar ook van andere regionale partners: woningcorporaties, ondernemers en zorg- en onderwijsinstellingen. Els Birkenhäger, directeur-bestuurder van Sité Woondiensten, zit namens de corporaties in de Achterhoek Board. Zij hebben zich tot doel gesteld om de ervaren leefbaarheid, ook met bevolkingsdaling, op een hoog niveau te houden. Voor haar zit daar dan de noodzaak bij tot het intensief betrekken van huurders bij opgaven en keuzes waar de corporatie voor staat.
Voor het woningbeleid uit de Achterhoek zijn elf uitgangspunten geformuleerd, die door iedereen gedragen en gesteund worden. Zo komen er geen uitbreidingslocaties meer bij, wordt er ingezet op transformatie van bestaand vastgoed en wordt er geanticipeerd op de wensen van de toekomstige bewoner van de regio. Op deze manier blijft de kwaliteit van de woningvoorraad hoog.
Hoe werkt de Regio Oost-Groningen aan de woningmarktopgave?
Bart Gorter, programmamanager van het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen, vertelt hoe deze regio omgaat met de woningmarktopgave. Oost-Groningen zet hier al jaren intensief op in. Zo heeft de regio een ‘menukaart’ samengesteld die handvatten biedt voor het omgaan met de krimpproblematiek op de woningmarkt. Volgens Bart Gorter is met name de goede samenwerking tussen gemeentes, provincie, corporaties en zorginstellingen hierin cruciaal.
Oost-Groningen heeft de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt. Toch blijven er uitdagingen bestaan. Hoe bepaal je als regio bijvoorbeeld waar je aan de slag moet? En hoe stel je vast welke woningvoorraad incourant is? Andere regio’s herkennen deze vraagstukken. Toch weten regio’s nog maar beperkt van elkaar wat ze doen om met de woningmarktopgave om te gaan. Reden temeer om kennis met elkaar te blijven delen.
Conclusie
Deze aftrap geeft het startschot voor het expertisetraject woningmarkt in krimpregio’s. De regio’s geven aan dat een verdieping op verschillende thema’s noodzakelijk is, in plaats van alleen de hoofdlijnen te laten zien. Verder is er een wens om ervaringen vanuit andere landen te delen. Zijn er paralellen met andere landen en wat kunnen we daarvan leren? Hiernaast kunnen de ervaringen uit andere (niet-krimp) regio’s gebruikt worden en kunnen de ervaringen vanuit de krimpgebieden weer worden gedeeld. Tot slot geven de aanwezigen aan het ook te willen hebben over beperkingen in wet- en regelgeving. Allemaal waardevolle zaken waar we in gezamenlijkheid mee aan de slag moeten gaan.
Hoe nu verder?
Er worden masterclasses opgezet waar betrokkenen uit de regio’s aan kunnen deelnemen. Doel hiervan is om door middel van kennisdeling handvatten te bieden in het omgaan met de woningmarktopgave in krimpregio’s. De eerste masterclass, die begin juni zal plaatsvinden, staat in elk geval in het teken van het thema ‘leren van elkaar’.